Aankondiging autobiografie

Over het boek:

Van binnen gebruld vertelt, mijn persoonlijke reis door de duisternis van huiselijk geweld, die uiteindelijk fataal afliep. Het is een verhaal van pijn, eenzaamheid en veerkracht. Een reis die me terugvoert naar mijn kinderjaren op Curaçao—een tijd waarin ik geen stem had en me klein en machteloos voelde. Maar ik heb besloten mijn verhaal te vertellen, omdat ik wil dat anderen weten dat schaamte geen plek meer heeft. Ik heb de jas uitgedaan die niet meer past.

Vijftig jaar geleden, in een tijd vol taboes en verborgen pijn, groeide ik op zonder stem. Als kind moest ik respect tonen voor iedereen die ouder was. Zo niet, dan kreeg je harde klappen, vaak zonder te weten waarom. Mijn kinderjaren werden snel ingewisseld voor volwassenheid. Ik speelde niet meer met poppen. Het waren jaren van het wegstoppen van mezelf, niet gezien willen worden—want o wee als ze je pakken.

Het negeren, het zwijgen en het gevoel er niet bij te horen, sloegen als een steen in mijn maag. Mentale pijn die al ver voor mijn kindertijd begon en later manifesteerde. Mijn ouders waren er niet meer, anderen beloofden voor me te zorgen, maar dat gebeurde niet altijd. Het was pijnlijk om op terug te kijken, maar ik moest door de pijn heen. Ik wilde begrijpen wat me trigger: Wie ben ik? Waarom mochten mensen me niet? Waar kwamen die vernederingen vandaan? En waarom deed het zo’n pijn?

Het besef dat familiegeheimen diepgeworteld zijn, was schokkend. De slavernij was afgeschaft, maar de pijn, het zwijgen en de onderdrukking bleven. Je houdt je mond, probeert sterk te zijn, maar onder die oppervlakte woedt een storm. Wat niet geheeld is, wordt van generatie op generatie doorgegeven.

Ik maak me los van de geheimen die mijn lichaam kapotmaken, van het zwijgen dat me klein houdt, en van de familiegeheimen die kinderen verwoesten. Het is genoeg geweest. Geloof me, genoeg is genoeg.

De emigratie van Curaçao naar Nederland bracht nieuwe uitdagingen met zich mee. Ik moest de vijfde klas opnieuw doen omdat ik de Nederlandse taal niet beheerste. Slapeloze nachten, demonen en monsters die me mentaal probeerden te vernietigen, reisden mee.

Rond mijn 16e kwam het jongste kind erbij, en het huis werd te klein. Ik moest op kamers gaan wonen, zonder veel ervaring met het echte leven. Het was een naïeve, maar moedige stap. De harde realiteit was soms onverbiddelijk. Het jongste kind kreeg steeds meer overmacht, en ik voelde dat ik er niet meer bij hoorde. Ik werd vergeleken, afgewezen en voelde me lelijk en onwaardig. Tijdens de feestdagen voelde ik me vaak buitengesloten, alleen met mijn pijn. Later kreeg ik telefoontjes waarin werd verteld hoe leuk ze het hadden—een pijnlijke confrontatie met de werkelijkheid.

Het voelde als hel op aarde. Onbekenden die me niet kenden, kwamen opnieuw in mijn leven. Ik voelde de vernedering: ik hoorde er niet bij, ik was anders. Ik vroeg me af: is dit karma? Wat heb ik misdaan? Maar antwoorden kreeg ik niet. Ik dacht dat emigreren alles zou veranderen, dat ik opnieuw kon beginnen. Maar dat was niet zo.

Rond mijn 29e kwam ik in contact met de RIAGG en ging ik in therapiegroepen. Hoewel ik verschillende hulpverleners zag, voelde ik me niet echt geholpen. Pas toen ik me aansloot bij vrouwengroepen en besloten groepen begon te volgen, begon ik echt te helen. Ik las boeken over jeugdtrauma’s, huiselijk geweld, mishandeling en misbruik. Ik ontdekte dat ik niet alleen was: veel vrouwen die vluchtten en zich weerbaar maakten, stonden klaar om voor zichzelf en hun kinderen op te komen.

Met trots deel ik mijn autobiografie, een eerlijk en krachtig verhaal over mijn reis door pijn, schaamte en veerkracht. Van mijn jeugd op Curaçao, vol geheimen en huiselijk geweld, tot mijn zoektocht naar heling en kracht in Nederland.

Dit is mijn verhaal van overleven, loslaten en opnieuw beginnen. Een verhaal dat ik eindelijk durf te delen, omdat ik weet dat ik niet alleen ben.